Dé schrijftip van 5 Nederlandse schrijvers

Aan vijf Nederlandse schrijvers werd gevraagd: ‘Als je maar één advies aan beginnende schrijvers mag geven, wat is dan de belangrijkste schrijftip?’

Ine Boermans’ schrijftip:

Vind je eigen stijl (uit). Je merkt vanzelf welke zinnen aan je blijven trekken, en op welke manier het je het beste lukt om je verhaal te vertellen. Schrijf je eigen verhaal, op jouw manier. Je stijl kan poëtisch, wollig, kaal, tragisch, komisch, zwaar, licht, of alles samen zijn. Dit klinkt heel logisch en gemakkelijk, maar zelf moest ik over flink wat hobbels heen voor ik zo durfde te schrijven als ik zelf wilde. Maar als er iets op papier staat wat voldoening geeft, en voelt als gelukt, dan ben je op de goede weg.

Ine Boermans publiceerde essays en korte verhalen in De Internet Gids, Hard//hoofd, Papieren Helden en Tirade. Ze debuteerde in 2021 met haar roman Een opsomming van tekortkomingen, die de longlist van de Hebban Debuutprijs behaalde en werd genomineerd voor het Beste Groninger Boek. In 2022 verscheen haar tweede roman Het Liefdesinterbellum. Ze is columnist voor de VPRO Gids.

Jan van Mersbergens schrijftip:

Het is moeilijk aspirant-schrijvers een tip mee te geven die niet verzandt in wolligheid of waar ze eigenlijk niks mee kunnen. Bij mijn online workshops Schrijfcafé geef ik twee voorbeelden van loze schrijftips: ‘Een goed personage is een strevend personage,’ en: ‘Wees zorgvuldig met het perspectief.’ Nu is een personage dat iets wil of doet interessanter dan een personage dat niks wil of doet (al ken ik sterke boeken met hoofdpersonen die volledig passief zijn) en is het voor de meeste lezers handig wanneer het perspectief niet te veel wisselt, (toch zijn er boeken waarin in iedere alinea een ander perspectief gebruikt wordt en werkt dat juist perfect), maar helpen dergelijke voornemens je tijdens het schrijven?

Technisch lezen geeft wel die houvast.

Mijn tip is daarom in de eerste plaats: lezen. Lucia heeft in het blog ‘Hoe schrijf je een kort verhaal?’ benoemd als Stap 1. Lees alles wat je te pakken kunt krijgen, ook poëzie en non-fictie. De vervolgtip: pluis uit wat je leest.

Laat je meenemen door de verteller en het verhaal, maar kijk ook welk perspectief er gehanteerd wordt, waarom een verhaal in de derde persoon verleden tijd wel in staat is indirect gevoel over te brengen, en waarom een ik-verteller in de tegenwoordige tijd zo vaak moeite heeft decor en omgeving te beschrijven. Kijk naar het spel tussen in en uit het hoofd van de verteller of hoofdpersoon. Naar het verschil tussen denken en handelen, naar het doseren van die twee. Kijk naar tijdsprongen die een jaar overslaan en momenten waarop één seconde in zes bladzijden beschreven wordt. Zoek uit of de plaats van handeling steeds helder is. Kijk naar wat de verteller van de andere personages en van zichzelf weet. Vraag je af aan het verhaal eigenlijk verteld wordt. Is de lezer een buitenstaander in een scène, of wordt de lezer tussen de andere personages in gezet, als deelnemer?

Technisch lezen ontwikkelt een antenne voor het gebruik van perspectief, ergens in je onderbewustzijn, zodat je tijdens het schrijven zelf scherper keuzes kunt maken. Dat geeft controle, en dat is wat iedere schrijver wil.

Dat is direct het dualisme: die controle bestaat niet. Schrijven is magisch, je weet nooit precies wat er in proza gaat gebeuren. Toch geeft technisch lezen houvast en vertrouwen.

Jan van Mersbergen (1971) schreef tien romans, een novelle, een Gouden Boekje, onder pseudoniem drie thrillers en een groot non-fictie boek over Carnaval. Op stapel staat een nieuwe roman. Hij ontving diverse literaire prijzen, waaronder de BNG Literatuurprijs en de F. Bordewijkprijs. Zijn werk is vertaald in negen talen. Hij publiceerde verhalen in diverse tijdschriften en schrijft columns en artikelen voor kranten en weekbladen. janvanmersbergen.nl

Liselotte Idema’s schrijftip:

Zet je hoofd uit en je hart aan. Als je loskomt van de strenge stem in je hoofd die overal iets van vindt, kom je op gang en gaat het verhaal ‘stromen’. Staar je niet dood op zinsbouw, woordkeuze en andere details; dat komt later wel. Maak kilometers en hou de vaart erin. Als het verhaal dat je wil vertellen eenmaal op papier staat, kun je je richten op de details. Wel kan het helpen om een paar paaltjes in de grond te slaan, bijvoorbeeld door een schrijfschema te maken waarin je in een paar zinnen het verhaal uitzet. Dat geeft houvast. Bijvoorbeeld:

A Hoofspersoon komt aan in Italië
B Ontmoeting personage
C Tegenslag zoektocht
D Aankomst op Sicilië
E Confrontatie met moeder

Liselotte is schrijver en journalist. Haar debuutroman Waar ik liever niet kom verscheen in 2021 bij Uitgeverij Vrijdag. In haar oldtimer caravan op het Sallandse platteland werkt ze aan haar tweede boek. Ze heeft een tweewekelijkse nieuwsbrief Nieuwsletters van Lies.

Adriaan Volks schrijftip

Toen ik aan mijn debuut werkte heb ik veel op het internet gezocht naar schrijftips en de meest gemaakte beginnersfouten. Er is genoeg waardevolle informatie te vinden, maar de tip waar ik het meest aan heb gehad is: schrijf alsof er niemand meeleest, je kunt alles nog veranderen.

Het thema van mijn boek is autobiografisch en ik was bang dat lezers mij te veel zouden vereenzelvigen met de hoofdpersoon. Het idee dat ik alles nog zou kunnen veranderen gaf me een vrijer gevoel tijdens het schrijven. Op een gegeven moment heb ik zelfs mijn naam op het voorblad veranderd in de naam van het hoofdpersonage. Hierdoor kon ik nog meer afstand nemen, het was tenslotte Brams verhaal, niet dat van mij. Die vrijheid heeft het verhaal goed gedaan, het is daardoor een open en eerlijk boek geworden. Dit krijg ik ook vaak van lezers te horen. Er staan nog wel een paar dingen in waarvan ik nu denk: heb ik dat echt geschreven? (Ik ga niet zeggen wat) Maar schaamte is ook onderdeel van het leven, dat mag je best voelen. Lezers zullen zichzelf hier juist in herkennen. Je moet je als schrijver vooral niet laten remmen door wat anderen misschien van je zullen denken. 

Adriaan Volk (1989) studeerde aan de Hogere Hotelschool. Tegenwoordig werkt hij als tekstschrijver en redacteur. Met zijn debuut ‘Later als ik vliegen kan’ hoopt hij de geestelijke gesteldheid van jongeren beter bespreekbaar te maken en het taboe rond mentale problemen te doorbreken. Begin oktober is zijn debuut door Grietje Braaksma (Broese boekverkopers, Boekenpanel DWDD) uitgekozen als boek van de week op NPO-radio 4.

Aisha Dutrieux’ schrijftip:

Mijn tip is om te blijven schrijven. Zet je innerlijke criticus op mute en schrijf door. Herschrijven komt later, maar op een lege pagina/ leeg computerscherm valt er niets te schrappen/ herschrijven.

En nog een bonustip: als je wat je hebt geschreven heel slecht vindt, gooi het dan niet gelijk weg. Laat het een tijdje rusten. Soms blijkt het dan helemaal niet zo slecht als je dacht, of staan er toch dingen in die je (in een andere vorm) nog kunt gebruiken.

Aisha Dutrieux is schrijver van romans bij uitgeverij Spectrum. Haar debuutroman Het leven noemen werd genomineerd voor de Hebban debuutprijs. Op haar website deelt ze schrijftips en haar eigen worstelingen met het schrijven.

Jouw boek in de boekhandel? Volg de online schrijfcursus.

✔️ No-nonsense online schrijfcursus. Schrijf je verhaal, maak personages en kweek je schrijfspier.

⬆️ 150+ schrijvers gingen je al voor.


2 reacties

  1. […] Wil je meer tips lezen van mensen in de boekenwereld? Hier lees je de belangrijkste schrijftip van vijf Nederlandse schrijvers. […]

Reacties zijn gesloten.