Hoe word je schrijver? Uitgelegd met simpel gedragsmodel.

Je bent een sporter wanneer je sport; je bent een schrijver wanneer je schrijft. Zo eenvoudig kan je het zien. Je kan gepubliceerd of ongepubliceerd schrijver zijn. Als je maar schrijft; als je maar dat gedrag hebt.

In dit blog leg ik uit hoe ‘schrijfgedrag’ eruit ziet en waarom sommige schrijvers veel ideëen hebben, maar niet verder komen. Of waarom sommige schrijvers in de startblokken staan met een goed plan van aanpak, maar ook stuklopen.

Hoe word je schrijver?

In principe kan iedereen schrijver worden, zodra je schrijft en daar (wellicht) goed in bent. Maar hoe krijg je het gedrág van een schrijver? Er is een gedragsmodel van sociaal-wetenschapper en professor BJ Fogg dat ook toepasbaar is voor schrijven. Om bepaald gedrag (in dit geval ‘schrijven’) uit te voeren zijn drie dingen nodig:

Motivatie. Hoe meer motivatie je hebt, des te grotere uitdagingen je aankan. (en een boek schrijven en debuteren is een gigantische uitdaging)
Trigger: Iets moet je schrijfgedrag laten starten. Dus je moet jezelf eraan herinneren dat je moet schrijven (bijvoorbeeld met aan agenda-item), een mooie zin in je gedachten, of je hebt bijvoorbeeld een schrijfgroepje waarvoor je een deadline hebt.
Vermogen om actie te ondernemen, op allerlei vlakken:
1. Tijd: je hebt tijd nodig om te schrijven;
2. Geld: je hebt bijvoorbeeld een laptop nodig;
3. Lichamelijk vermogen: je moet achter een computer kunnen werken (of met een pen kunnen schrijven);
4. Denkvermogen: je hebt ruimte in je hoofd nodig om te schrijven. Als je je zorgen maakt om grote dingen (je moet een baan zoeken, je bent je huis kwijt, dat soort zaken), wordt schrijven lastig;
5. Sociale afwijking: het kan lastig zijn af te wijken van de groep – en dus achter je computer te gaan zitten typen terwijl je vrienden op het terras zitten;
6. Geen routine: mensen vinden gedrag makkelijker als het een routine is. Het is belangrijk om zo’n schrijfroutine op te bouwen, zodat je daarop kunt steunen en leunen als je even geen zin hebt.

BJ Foggs model samenvattend:
Hoe meer triggers je hebt om te schrijven, hoe meer motivatie en hoe meer ‘vermogen’ (in alle vormen) om te schrijven, des te eenvoudiger je dit af zal gaan.

Wat als motivatie en vermogen uit balans zijn?

Sparking triggers: wanneer je veel vermogen hebt om te schrijven (denk aan tijd, mooie laptop, etc.), maar weinig motivatie. Je hebt veel ideëen, maar komt niet verder qua uitwerking.
Facilitating triggers: je hebt veel motivatie om te schrijven. Je hebt de juiste plannen in je hoofd, maar niet genoeg vermogen (denk aan tijd, rust, routine) om door te zetten.