In het begin kan het best lastig zijn om een goede scène te schrijven. Eén hoofdstuk is vaak opgebouwd uit één of meerdere scènes.
Een goede scène bestaat uit een eenheid van:
- tijd
- plaats
- handeling
Als je iets wilt vertellen, laat dit dan plaatsvinden op één plaats, één moment en zorg ervoor dat er één handeling (dwz. niet één fysieke handeling, maar elke scène heeft als het ware één duidelijke functie: er verandert iets, je laat iets zien van de hoofdpersoon, je introduceert iemand). Zo beweegt het verhaal zich met iedere scène verder voort, en komen we er als lezer steeds meer in.
Wat er vaak misgaat bij mensen die net beginnen met schrijven is dat ze in het hoofd en de gedachtes van personages blijven, waardoor het geheel abstract blijft. Als lezer willen we zien waar het verhaal zich afspeelt en hoe de personages zich gedragen.
Hoe zorg je ervoor dat je tijd, plaats en handeling niet vergeet?
Voeg boven elk hoofdstuk deze 3 punten toe, zodat je er altijd aan herinnert wordt:
- Tijd
- Plaats
- Handeling
Tijd, plaatsen en handelingen weglaten
Natuurlijk gaat het om de balans. Als jouw eerste hoofdstuk tien scènes met verschillende plekken heeft, is het lastig om in het verhaal te komen voor je lezer. Je kunt je dan focussen op één locatie. Less = more. Soms kan het helpen verschillen in tijd, plaatsen en handelingen te prioriteren, de belangrijkste te kiezen en die vooral goed uit te werken.
Jouw boek in de boekhandel? Volg de online schrijfcursus.
✔️ No-nonsense online schrijfcursus. Schrijf je verhaal, maak personages en kweek je schrijfspier.
⬆️ 300+ schrijvers gingen je al voor.