(bericht zoals gepubliceerd op readalicious.nl)
Wow! Dinsdag heb ik een contract getekend bij Uitgeverij Ambo|Anthos voor mijn debuutroman. Een handtekening onder mijn droom! Ik ben super blij, trots en dankbaar dat ik deze droom mag gaan waarmaken. Wat ik heb gedaan om zover met mijn manuscript te komen wil ik graag met je delen. Want Samantha’s verhaal heeft me ook altijd geïnspireerd. Hieronder een overzicht met alle adviezen die ik niet en wél heb aangenomen.
Dingen die ik niet heb gedaan
Als ik aan mensen vertelde dat ik een boek schreef, gaven ze me adviezen.
Dat je niet veertig uur kunt werken en een boek kunt schrijven. Dat ik beter geen vriendje kon hebben. Dat je alleen als BN’er kunt debuteren. Dat ik alles online moest zetten. Dat ik duizenden volgers op Instagram moest hebben. Dat ik moest uitgeven in eigen beheer. Dat ik een podcast moest maken. Dat ik een schrijfopleiding moest volgen. Dat ik een wedstrijd moest winnen. Dat ik naar alle literaire avonden in Amsterdam moest. En eigenlijk ook naar Amsterdam moest verhuizen. Dat zeven jaar aan mijn debuut moest werken.
Dat heb ik dus niet gedaan.
Dingen die ik wel heb gedaan
Ondanks dat ik niet altijd luisterde, was alle hulp welkom. Schrijven is een eenzaam proces: jij, jezelf en de laptop. En jij, jezelf en de laptop zien na een tijdje de fouten niet meer. Een freelance redacteur las mijn werk, literaire tijdschriften gaven me advies en strenge proeflezers zoals Samantha en de Writing Ninja’s (schrijfcursus Rotterdam) gaven me feedback. Uiteindelijk heb ik één ding vooral gedaan: hard werken. In het begin schreef ik een paar uur in de week. Nu schrijf ik dagelijks. Niet veel, wel structureel. Ik begon aan een nieuw boek toen de eerste werd afgewezen. De afwijzingen, feedback en positieve aanmoedigen lijstte ik in (gouden lijstje!) en zette die in mijn vensterbank. Daarnaast schreef korte verhalen, gedichten en blogs. Ik verzamelde feedback, stuurde teksten naar literaire tijdschriften en deed mee aan wedstrijden. Ik ging op schrijfvakantie met Samantha, ging naar Camp Cushy en deed mee aan NaNoWriMo (met mijn eigen, lagere doel). Ik stond op open mic’s met mijn teksten, veranderde mijn proza naar Spoken Word en maakte een persoonlijke website om te laten zien dat ik bestond. Natuurlijk werd ik regelmatig afgewezen en hoe ik daarmee omging vertel ik in een eerder blog.
Als ik naar een evenement ging probeerde ik aan de praat te raken met redacteuren. Dat was ongemakkelijk. Sowieso is met vreemde mensen praten moeilijk, vooral als je iets van ze wilt. Uiteindelijk verzamelde ik in vier jaar vijf kaartjes met e-mailadressen om de slushpile te omzeilen. En die ene bij de bushalte werd het.
En nu?
Ik heb vooral heel veel zin om te gaan herschrijven. Dat ga ik het komende jaar doen. Met hulp van de redacteur. Ik houd je op de hoogte!